Italië staat al eeuwen bekend om zijn kunst, cultuur en geschiedenis. Maar achter die traditionele façade schuilt een verrassend levendige technologische beweging. In steden als Turijn, Milaan, Bologna en zelfs Napels ontstaan techhubs die stilletjes de toekomst van het land vormgeven.
Waar men bij technologie al snel denkt aan Silicon Valley, heeft Italië zijn eigen versie in ontwikkeling. Deze beweging verloopt minder luidruchtig, maar met een doordachte visie. Techstartups krijgen ruimte, overheden stimuleren innovatie, en jonge ondernemers trekken terug naar Italiaanse steden met een idee en een laptop.
Neem bijvoorbeeld Turijn. Van oudsher een industriële stad, bekend van Fiat en Pirelli. De stad transformeert zich tot een technologisch centrum waarin mobiliteit, kunstmatige intelligentie en duurzaamheid centraal staan. Tech-incubators als “I3P” geven startende bedrijven de kans om te groeien, met ondersteuning vanuit universiteiten en de private sector.
Ook Milaan, al decennialang het commerciële hart van Italië, loopt voorop. Hier vind je niet alleen modemerken, maar ook technologiebedrijven die zich richten op digitale transformatie. Milaan biedt met zijn internationale karakter en economische kracht een vruchtbare bodem voor bedrijven die willen experimenteren met AI, blockchain en data-analyse.
Wat opvalt, is dat deze techhubs niet alleen in het noorden liggen. Ook in het zuiden, met name in Napels, ontstaan initiatieven die technologie dichter bij jongeren brengen. Universiteiten spelen hierin een cruciale rol. Via programma’s die studenten betrekken bij onderzoeksprojecten op het gebied van softwareontwikkeling en machine learning, ontstaan innovatieve toepassingen die zowel lokaal als internationaal inzetbaar zijn.
De rol van de overheid is in dit verhaal niet te onderschatten. Hoewel Italië bekendstaat om bureaucratie, ontstaan er sinds een paar jaar regelingen die innovatie stimuleren. Denk aan belastingvoordelen voor startende bedrijven, speciale visumregelingen voor buitenlandse techprofessionals en subsidies voor digitale projecten in landelijke gebieden.
De pandemie heeft die digitale golf versneld. Bedrijven die voorheen werkten met papieren systemen schakelden ineens massaal over op digitale oplossingen. Dat gaf lokale ontwikkelaars en softwarebedrijven de kans om hun diensten uit te breiden. Het gevolg: een explosie van nieuwe IT-bedrijven en samenwerkingen.
Ook de Europese Unie speelt een rol in de opmars van Italiaanse tech. Via fondsen uit het “Next Generation EU”-pakket ontvangt Italië miljarden voor de modernisering van zijn infrastructuur en digitale sector. Veel van dat geld stroomt direct naar projecten die digitale inclusie, AI-ontwikkeling en cyberveiligheid bevorderen.
Wat Italië uniek maakt, is dat technologie hier vaak in combinatie wordt gebracht met traditie. Zo ontstaan hybride initiatieven waarbij oude ambachten worden gekoppeld aan moderne technieken. Denk aan 3D-printing in het ontwerpen van klassieke meubelen, of virtual reality in musea. Deze synergie zorgt voor innovatieve producten die niet alleen functioneel zijn, maar ook een verhaal vertellen.
Daarnaast ontstaat er een nieuwe generatie ondernemers: jong, internationaal georiënteerd en sociaal betrokken. Zij bouwen niet alleen aan winstgevende bedrijven, maar willen ook maatschappelijke impact maken. Veel startups richten zich op duurzaamheid, educatie en gezondheid — thema’s die leven bij het bredere publiek.
Een goed voorbeeld is het project “Smart City Torino”, waarin verschillende partijen samenwerken aan de stad van de toekomst. Sensoren, dataplatforms en AI-oplossingen zorgen voor efficiëntere mobiliteit, energiebesparing en beter afvalbeheer. Turijn fungeert hier als proeftuin voor andere steden.
Maar het gaat niet altijd vanzelf. Problemen als traag internet op het platteland, tekort aan investeerders en een vergrijzende bevolking blijven uitdagingen. Toch tonen cijfers een positieve trend. Het aantal startups neemt toe, investeringen groeien, en steeds meer jongeren kiezen voor een carrière in technologie.
Ook internationale techbedrijven tonen interesse. Google, Microsoft en Amazon investeren in Italiaanse infrastructuur, onder meer via datacenters en lokale AI-initiatieven. Deze aanwezigheid zorgt voor kennisoverdracht en nieuwe banen. En belangrijker: het versterkt het vertrouwen in de potentie van de Italiaanse technologiesector.
Wat Italië nodig heeft, is vasthoudendheid. Innovatie ontstaat niet in één dag. Maar de combinatie van creativiteit, onderwijs, overheidsondersteuning en Europese investeringen creëert een stevige basis. Als het land erin slaagt om zijn jeugd perspectief te bieden binnen de techwereld, kan het uitgroeien tot een serieuze speler op het Europese toneel.
Wie vandaag door de straten van Turijn of Bologna loopt, merkt het al: de technologie is er. Stil, verfijnd, en typisch Italiaans.